- C. R. S. § 18-3-203.
18-3-203 luidt als volgt:
(1) een persoon pleegt het misdrijf van geweldpleging in de tweede graad indien:
(a) ingetrokken wordt.,
b) met de bedoeling een andere persoon lichamelijk letsel toe te brengen, veroorzaakt hij of zij zulk letsel aan een persoon door middel van een dodelijk wapen; of
c) met de bedoeling te voorkomen dat iemand waarvan hij of zij weet of zou moeten weten dat hij een vredesbeambte, brandweerman, verstrekker van spoedeisende medische zorg of verstrekker van spoedeisende medische hulp is, een rechtmatige plicht vervult, opzettelijk lichamelijk letsel toebrengt aan een persoon; of
(c.,d wie is een jeugd-diensten raadgever of in de jeugdhulpverlening werknemer classificatie serie, en de persoon die het plegen van de overtreding weet of redelijkerwijs moet weten dat het slachtoffer is van een officier vrede, brandweerman, of dringende medische dienstverlener die in de uitoefening van zijn of haar taken, of een rechter van een rechtbank van een bevoegde jurisdictie, of een ambtenaar van genoemde rechtbank, of een persoon die in de uitoefening van zijn of haar taken en in dienst van of onder contract bij een detentie-inrichting of tijdens het in dienst bij de divisie in het department of human services verantwoordelijk voor de jeugd-diensten., Een zin die uit hoofde van dit lid (f) dient te worden geserveerd in het departement van correcties en lopen achter elkaar met alle zinnen worden bediend door de dader; behalve dat, indien het feit is begaan tegen een persoon die werkzaam is bij de afdeling in het department of human services verantwoordelijk voor de jeugdhulpverlening, de rechter kan toekennen proeftijd of een voorwaardelijke straf geheel of gedeeltelijk, en de zin kan gelijktijdig of opeenvolgend met alle zinnen wordt geserveerd., Een persoon die deelneemt aan een werkuitzettingsprogramma, een verlof of een andere soortgelijke bevoegde onder toezicht of zonder toezicht staande afwezigheid uit een detentiefaciliteit, zoals gedefinieerd in artikel 18-8-203, lid 3, en die zich op een bepaald tijdstip moet melden bij de detentiefaciliteit, wordt geacht in hechtenis te zijn.
(f.,5) (I) Tijdens rechtmatig opgesloten in een detentiecentrum in deze toestand, dan kan een persoon met het oogmerk om te infecteren, te verwonden, harm, lastigvallen, pesten, bedreigen, of een alarm voor een persoon in een detentiecentrum wie de acteur weet of redelijkerwijs moet weten dat een werknemer van een detentiecentrum, de oorzaken van die werknemer om in contact te komen met bloed, zaadvloeistof, urine, ontlasting, speeksel, slijm, braaksel, of een giftige, bijtende of gevaarlijk materiaal op enige wijze, met inbegrip van maar niet beperkt tot, gooien, of het verdrijven van een dergelijke vloeistof of materiaal.
(II) ingetrokken.
(III) (A) zoals gebruikt in deze paragraaf (f.,5) wordt onder” detentiefaciliteit ” verstaan elk gebouw, structuur, omheining, voertuig, instelling of plaats, permanent of Tijdelijk, vast of mobiel, waar personen rechtmatig in hechtenis of opsluiting worden of kunnen worden gehouden onder het gezag van de staat Colorado of een staatkundig onderdeel van de staat Colorado.
(B) zoals gebruikt in deze paragraaf (f.,5),” werknemer van een detentiefaciliteit”, omvat werknemers van de afdeling voor gevangenisstraffen, werknemers van een agentschap of persoon die een detentiefaciliteit exploiteert, wetshandhavingspersoneel en alle andere personen die in of in de nabijheid van een detentiefaciliteit aanwezig zijn en diensten verrichten voor een detentiefaciliteit. Onder “werknemer van een detentiefaciliteit” wordt niet verstaan een persoon die rechtmatig in een detentiefaciliteit is opgesloten.,I) met de bedoeling lichamelijk letsel te veroorzaken, voldoende druk uitoefent om de ademhaling of bloedcirculatie van het bloed van een andere persoon te belemmeren of te beperken door een dergelijke druk uit te oefenen op de nek of door de neus of mond van de andere persoon te blokkeren, of door een dergelijke druk uit te oefenen op de nek of door de neus of mond van de andere persoon te blokkeren.andere persoon en daardoor veroorzaakt lichamelijk letsel.,
(2) (A) als een aanval in de tweede graad wordt gepleegd onder omstandigheden waarin de daad die de verwonding veroorzaakt wordt uitgevoerd bij een plotselinge hartstocht, veroorzaakt door een ernstige en zeer provocerende daad van het beoogde slachtoffer, die de persoon die de verwonding veroorzaakt voldoende beïnvloedt om een onweerstaanbare hartstocht bij een redelijk persoon op te wekken, en zonder een interval tussen de provocatie en de verwonding dat voldoende is om de stem van de rede en de menselijkheid te horen, is het een misdrijf van klasse 6.,
(b) Als geweldpleging in de tweede graad wordt gepleegd zonder de omstandigheden voorzien in Paragraaf (a) van deze paragraaf (2), is het een misdrijf van klasse 4.
(b.,n de tweede graad door een persoon onder subsectie (1) van deze sectie zonder de omstandigheden voorzien in paragraaf (a) van deze subsectie (2) is een klasse 3 misdrijf als de persoon die wordt aangevallen, anders dan een deelnemer aan het misdrijf, leed ernstig lichamelijk letsel tijdens de Commissie of poging Commissie van of vlucht van de Commissie of poging tot het plegen van moord, Roof, brandstichting, inbraak, ontsnapping, ontvoering in de eerste graad, aanranding, aanranding in de eerste of tweede graad als dergelijke overtredingen bestonden vóór 1 juli 2000, of klasse 3 misdrijf aanranding op een kind.,
(c) (I) indien een verweerder is veroordeeld voor mishandeling in de tweede graad overeenkomstig paragraaf (c.5) van subparagraaf (1) van deze sectie of paragraaf (b.5) van deze subparagraaf (2), behalve met betrekking tot aanranding of aanranding in de eerste graad zoals deze bestond vóór 1 juli 2000, zal de rechtbank de verweerder veroordelen in overeenstemming met de bepalingen van sectie 18-1.3-406. Een verdachte veroordeeld voor mishandeling in de tweede graad op grond van paragraaf (b.,5) van deze subparagraaf (2) met betrekking tot aanranding of aanranding in de eerste graad zoals die bestond vóór 1 juli 2000, zal worden veroordeeld overeenkomstig artikel 18-1.3-401 (8) (e) of (8) (e.5).
(II) indien een verweerder is veroordeeld voor mishandeling in de tweede graad overeenkomstig paragraaf (b), (c), (d), of (g) van subsectie (1) van deze sectie, zal de rechtbank de dader veroordelen in overeenstemming met paragraaf 18-1.3-406; behalve dat, niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 18-1.,3-406, de rechtbank is niet verplicht om de verdachte te veroordelen tot de afdeling van correcties voor een verplichte termijn van opsluiting.
(3) ingetrokken.
Geef een reactie