zoals we zagen in Eenheid 4, heeft het Spaans twee werkwoorden die vertalen naar het Engels “zijn”: ser en estar. In deze sectie, zullen we kijken naar een van de meest voorkomende toepassingen van estar: om Voorwaarden en emoties te beschrijven.
Waarom zijn er twee werkwoorden? Romaanse talen (Spaans, Catalaans, Gallego, Portugees, Frans, Italiaans en Roemeens) zijn afgeleid van het Latijn, en Latijn had drie hoofdwerkwoorden die konden functioneren als “zijn”: sedēre “zitten”, esse “zijn”, en stāre “staan” of “blijven”., De eerste twee, sedēre en esse, gingen uiteindelijk samen in * essere, wat “permanent of in wezen” betekende, in tegenstelling tot stāre, wat “tijdelijk of incidenteel” betekende.”Zie je waar we heen gaan? * Essere = ser; stāre = estar.
opmerking: hoewel Engels slechts één vorm van “zijn” heeft, kunnen we nog steeds meedoen aan het plezier met woorden die kwaliteiten aannemen vanuit hun etymologische wortels. Esse geeft ons essentie, essentieel, aanwezigheid en afwezigheid (onder andere), terwijl stāre ons instance, instant, Status, Status, station, staat en substituut geeft. Zie je het patroon?,
dus helpt dat u het verschil tussen ser en estar te begrijpen?
Nee? OK, wat dacht je hiervan: “voor hoe je je voelt of waar je bent, Gebruik altijd het werkwoord estar.”
OBJETIVOS
na deze sectie kunt u…
- gebruik estar en de woordenschat van emoties om stemmingen en condities te bespreken
bijdragen!
verbeter deze pagina leer meer
Geef een reactie