wanneer u voor het eerst in fotografie begint, kunt u het gevoel hebben dat u een andere wereld bent binnengegaan.
iedereen praat grappig, en lijkt geobsedeerd door volledig alledaagse details, zoals de ” snelheid van glas “(wat?!)
je zou verbijsterd kunnen zijn, je afvragend wanneer glas op zichzelf begon te bewegen, en hoe zit het met chimpansees??
wilt u op de juiste manier beginnen met Fotografie? Klik hier voor ons gemakkelijk, snel (en leuk!) online cursus.
nou, maak je geen zorgen.,
we hebben deze handige gids voor fotografie slang samengesteld, zowel termen als acroniemen, om u te helpen navigeren in deze vaak verwarrende wateren!
deze lijst is gericht op omgangstermen die u mogelijk niet in het woordenboek vindt.
voor een zeer uitgebreide gids over standaardtermen voor fotografie, zie de Kodak Glossary of Photographic Terms of de Nikon Photography Glossary.
termen
u zult deze horen in gesprekken tussen shooters.
Tog / Photog: verkorte termen voor fotograaf.
glas: lenzen. Zoals in ” Ooh, dat is een mooi nieuw glas dat je daar hebt!,”, verwijzend naar een lens.
snel / langzaam: wordt gebruikt om het maximale diafragma van een lens te beschrijven. Een snelle lens heeft een zeer laag maximaal diafragma (zoals f / 1.4), waardoor u meer licht kunt binnenlaten en een snellere sluitertijd kunt gebruiken. Een langzame lens (zoals f/5.6) die dezelfde scène fotografeert, zou een langere sluitertijd nodig hebben om dezelfde belichting te krijgen. In het algemeen is een snellere lens wenselijker (en duurder) dan een langzamere lens. Vaak gecombineerd met “glas”, bijvoorbeeld ” Ik heb snel glas nodig!”
Chimping: kijken naar het LCD-scherm na het maken van een foto., De term komt van de suggestie dat fotografen chimpansees maken (“Ooh ooh ooh!”) bij het bewonderen van het geweldige schot dat ze net namen.
Pixel Peeper/Peeping: de beeldkwaliteit van een camera of lens controleren door een afbeeldingsbestand op de computer te openen, waaaay in te zoomen en de kwaliteit tot op de pixel te onderzoeken. Vaak beschouwd als een denigrerende term, en suggereert dat deze fotografen niet rekening houden met de echte wereld normen.
Magic / Golden Hour: het uur of zo voor zonsondergang, en na zonsopgang, wanneer de hoek van de zon magisch, gouden licht produceert., Een fantastische tijd om buiten foto ‘ s te nemen. Lees dit artikel voor meer tips over schieten in deze magische tijd.
Spray and Pray: zonder veel zorg een grote hoeveelheid afbeeldingen fotograferen, en hopen dat er een zal uitkomen.
Oom Bob: een term die gebruikt wordt door trouwfotografen om een familielid met een camera te beschrijven die de gehuurde fotograaf in de weg staat.
Bokeh: een Japanse term die wordt gebruikt om de kwaliteit van de niet-scherpgestelde gebieden in een afbeelding te beschrijven. Als het bijzonder aangenaam is, hoor je ” Sweet bokeh! De uitspraak varieert, meestal ” boh-kay “of”boh-ke”.,
Prime-Lens: een lens met vaste brandpuntsafstand. De andere optie is een zoomlens, die kan bewegen tussen een bereik een brandpuntsafstand.
Nifty 50: een 50mm lens met vaste brandpuntsafstand. Beschouwd als een fantastisch nuttige brandpuntsafstand.
Blown Out: wanneer heldere gebieden in een afbeelding zo overbelicht zijn dat ze alle details verliezen en zuiver wit worden.
Grip en grijns: een snapshot-type foto, waarbij de proefpersonen elkaar vastpakken, naar de camera kijken en grijns.
Selfie: een zelfportret.
Sharp: kan een lens of afbeelding beschrijven., Een lens kan als scherp worden beschouwd als het heldere, scherpe beelden biedt. Een foto kan scherp zijn als hij perfect scherp is en duidelijke details heeft.
zacht: het tegenovergestelde van scherp. Een lens kan als zacht worden beschouwd als het geen scherpe beelden levert. Een foto kan zacht zijn als hij iets onscherp is.
ruis: beschrijft de kwaliteit van een afbeelding met betrekking tot de hoeveelheid digitale ruis—korrelige artefacten in de foto. Het kan ook worden gebruikt om een camera te beschrijven, bijvoorbeeld “het is echt luidruchtig bij 3200 ISO”.
Raw: een bestandsformaat dat alle mogelijke gegevens van de camerasensor registreert., Verschilt van een JPEG, in die zin dat met een JPEG sommige originele beeldgegevens verloren gaan als gevolg van compressie. Raw-bestanden hebben veel verschillende bestandsnaamextensies, zoals .cr2 (Canon),.nef (Nikon) en .arw (Sony). Neem een kijkje op dit artikel om te leren waarom je moet schieten in raw.
Frame: Je hoort misschien “fill the frame”, of “I took ten frames to get a good one”, of “In this frame the cat is sleeping”. Deze term wordt vrij vaak gebruikt! Het vullen van het frame, of het zoeken naar afleiding in het frame, verwijst naar de afbeelding die u neemt., Het inlijsten van een afbeelding betekent over het algemeen dat u uw compositie kiest (in plaats van een houten lijst op een print te plaatsen). Frames maken betekent foto ‘ s maken.
Flare: ook bekend als lens flare, dit verwijst naar het effect dat wordt bereikt wanneer licht intern wordt gereflecteerd in een lens. Het resulteert in kleurrijke strepen, cirkels en stralen. Hoewel traditioneel gezien als een fout, is het meer wenselijk geworden als een manier om een beetje pizzaz toe te voegen aan de foto.
acroniemen
Deze worden vaker online gebruikt dan mondeling., Dit zijn enkele van de meest voorkomende, maar er is een enorme lijst hier op Wikipedia als je over anderen die je nodig hebt om te decoderen lopen!
SLR: reflex met enkele lens. Een type camera waarmee u de afbeelding kunt bekijken door dezelfde lens die de foto neemt.
DSLR: digitale reflex met één lens. Een spiegelreflexcamera met een digitale sensor in plaats van film.
p&S: Point-and-shoot camera. Een kleine camera op consumentenniveau die eenvoudig te gebruiken is, zodat je alleen hoeft te richten en te schieten. Mist veel van de geavanceerde functies van SLR-camera ‘ s.,
B&W: Zwart en Wit. Een afbeelding zonder kleur, maar opgebouwd uit zwart-wittinten.
HDR: groot dynamisch bereik. Een opnamestijl waarbij meerdere belichtingen worden gecombineerd om een groter dynamisch bereik te bereiken.
DOF: scherptediepte. Het bereik van de focus in uw afbeelding. Hoeveel van je afbeelding scherp is voor en achter het punt waarop je gefocust bent.
AF: auto-focus. De mogelijkheid van een lens, of camera, om zich automatisch te concentreren op een onderwerp.
OOF: onscherp., Een afbeelding die niet scherp is, of verwijst naar specifieke gebieden in het beeld die niet scherp zijn.
OCF: off-camera flitser. Het gebruik van externe flitsers die niet bovenop de camera zijn gemonteerd.
PP: nabewerking. Software gebruiken om een afbeelding op de computer te bewerken.
SOOC: direct uit de camera. Een afbeelding die nog geen nabewerking heeft ondergaan.
ACR: Adobe Camera Raw. Een programma dat wordt gebruikt om bewerkingen aan raw-camerabestanden te maken.
PS: Photoshop. Een programma gemaakt door Adobe om foto ‘ s te bewerken.
PSE: Photoshop-elementen., Een versie van Photoshop met minder functies, meer gericht op hobbyisten.
LR: Lightroom. Een bewerkingsprogramma gemaakt door Adobe. Bekijk dit artikel voor de verschillen tussen Photoshop en Lightroom.
JPG of JPEG: een gemeenschappelijk bestandsformaat voor afbeeldingen. Spreek uit als j-peg. Staat voor Joint Photographic Experts Group, die het creëerde.
DNG: digitaal negatief. Een open-source raw – bestandsformaat.
IQ: beeldkwaliteit.
FF: volledig frame. Een digitale camera met een sensor die even groot is als een 35mm film. Kleinere sensoren worden vaak “bijgesneden” genoemd.,
CMOS: complementaire halfgeleider metaaloxide. De technologie die wordt gebruikt om de meerderheid van digitale sensoren voor camera ‘ s te maken.
CCD: geladen gekoppeld apparaat. Een technologie die gebruikt wordt om sensoren te maken voor sommige digitale camera ’s (zoals Leica’ s).
C&C/CC: opmerkingen & kritiek. Kan ook constructieve kritiek betekenen. Gebruikt bij het vragen om feedback op een afbeelding in een forum.
Als u wilt beginnen met fotografie op de juiste manier – Klik hier voor onze eenvoudige, snelle (en leuke!) online cursus!
Geef een reactie